Je best doen

Je best doen

Ik groeide op in een gezin van harde werkers.
Het geloof dat er moest ‘gewerkt’ worden om rond te komen, zat er diep in.
De mantra die mijn ouders me al vroeg aanleerden was:
“Je moet altijd je best doen”.

Af en toe betrap ik mezelf erop dat ik dat nu ook tegen mijn eigen kinderen zeg.

“Doe je best en God doet de rest”.

Dit zinnetje gebruiken we allemaal wel eens.
De woorden brengen hoop en troost. Toch schuilt er ook een gevaar in, o.a.
in het woordje “doen”.

Doen

We worden allemaal ‘doeners’, die heel de tijd hun best “doen” om zelf gestelde DOElen te halen.
Of doelen te halen die door anderen voor ons werden gesteld.

En met het najagen van die doelen houden we onszelf de hele tijd bezig.
We maken aan één stuk door plannen, en ‘doen ons best’ om ze uit te voeren.
We zijn zo druk bezig, dat er geen tijd is om stil te staan.
We hollen onszelf de hele tijd voorbij. En in het bijzonder, ons diepste Zelf.

Op die manier wordt “ons best doen” een manier om onszelf te sussen.
Om te zoeken maar vooral niet te vinden.

“‘Zoek, maar vind niet’, blijft het grimmige bevel van deze wereld, en niemand die de doelstellingen van de wereld nastreeft kan anders handelen.” (H13.5:8)

Wij zijn altijd onderweg naar ons toekomstige geluk, waarvoor we ‘ons best doen’.
Terwijl ons geluk in het nu ligt, in onze ware Identiteit die al volledig volmaakt is.

Soms verwijten we God zelfs dat wij “zo ons best hebben gedaan” en Hij “ons niet heeft geholpen”.
Wat we niet beseffen dan, is dat wij door ons voortdurende ‘doen’ de Hulp van God hebben geblokkeerd.

Geen wonder (😉) dat we ons dan uitgeput voelen, of een burn-out ontwikkelen.

Niets doen

Een Cursus in Wonderen waarschuwt ons hiervoor op een heel duidelijke manier, en zegt:

“Ik hoef niets te doen” (T18.VII.t)
“Met iets doen is het lichaam gemoeid. En als je inziet dat je niets hoeft te doen, heb je uit je denkgeest de waarde van het lichaam weggenomen. Hier is de snelle, openstaande deur waardoor jij voorbij glipt aan eeuwen van inspanning, en aan de tijd ontsnapt.” (T18.VII.7:1-3)

Wat verderop lezen we:

“Wie niets hoeft te doen heeft geen behoefte aan tijd. Niets doen betekent rusten en binnenin je een plaats maken waar de activiteit van het lichaam niet langer aandacht eist. Naar die plaats komt de Heilige Geest, en houdt daar verblijf.” (T18.VII.7:6-8)

Een Cursus in Wonderen geeft ons de opdracht om te rusten!
In mijn hoofd staat dat haaks op wat mijn ouders me leerden. Wanneer ik niks aan het doen ben, voel ik me namelijk… schuldig.

Ben ik dan namelijk wel goed ‘bezig’?
Ben ik dan wel ‘goed’ genoeg, wanneer ik niet mijn best doe maar ‘rust’?

Kritisch zelfonderzoek onthult nog een andere diepgewortelde overtuiging die ik mezelf aanleerde:
De zaken komen niet vanzelf. Ik moet er mijn best voor ‘doen’.

Deze diepgewortelde ‘beliefs’ zijn allemaal kansen om mijzelf en anderen te vergeven. Ik draag ze dan ook graag over aan de Heilige Geest.

Mijn waarde wordt immers helemaal niet bepaald door dat wat ik doe, of niet doe.
Ik ben al, voor altijd, een volmaakte Zoon van God. En dat is de Identiteit die ik me wil herinneren.

Mogen wij dan geen doelen meer najagen?

Een Cursus in Wonderen pleit er niet voor dat wij passieve wezens worden.
Het is niet de bedoeling dat we de hele dag in een lotushouding zitten en niks doen.
De Cursus nodigt ons wel uit om tijd te nemen en te rusten in onszelf.
Zo kunnen we diep vanbinnen de leiding ontvangen die we nodig hebben om gelukkig en succesvol in het leven te staan.

“Dit rustige centrum, waarin je niets doet, zal bij je blijven, en jou de rust geven te midden van alle drukke bezigheden waarop je wordt uitgestuurd. Want vanuit dit centrum zal je gewezen worden hoe je het lichaam zondeloos kunt benutten. En dit centrum, waarin het lichaam afwezig is, zal het zo in je bewustzijn ervan bewaren.” (T18.VII.8:3-5)

Wanneer wij wat vaker ‘niets doen’ zullen we ook ervaren hoe ons leven vlotter loopt. Hoe de dingen zonder moeite ‘vanzelf’ komen, omdat ze simpelweg van ons ‘Ware Zelf’ komen. We leren om te ‘flowen’, eerder dan te ‘beuken’. We zien rond ons datgene wat we diep vanbinnen ervaren hebben: dat we liefde zijn. En we weten dat we niet langer moeten vechten om datgene te krijgen waar we recht op hebben.

Ons geluk en succes hangt dus niet af van ‘ons best doen’, maar wel van onze ‘bereidwilligheid’ om naar binnen te gaan en te luisteren naar de Stem van onze Innerlijke Gids:

“Vertrouw niet op je goede voornemens. Die zijn niet genoeg. Maar vertrouw onvoorwaardelijk op je bereidwilligheid, wat zich verder ook mag aandienen.” (T18.IV.2:1-3)

Vanuit de stilte in onszelf krijgen wij dan alle antwoorden mee om volop actief en dynamisch in het leven te staan.

Laten wij dus ons best doen om zo vaak mogelijk bereid te zijn om niks te doen.

Tom

Angst voor oorlog

Angst voor oorlog

Gisteren was ik me aan het voorbereiden op een atoombom.

Want wanneer Poetin een nucleaire oorlog ontketent, dan wil ik klaar zijn om mijn gezin te beschermen.
Daarom las ik over noodrantsoenen, gasmaskers en atoomschuilkelders.

Maar waarom?
Waarom doe ik het mezelf aan om te plannen voor zo’n verschrikkelijke toekomst?
Waarom identificeer ik mij met een sterfelijk lichaam dat gedoemd is om in angst te leven?
Hoe harder ik probeer om mijzelf te beschermen, hoe groter mijn angst zal worden.

Het hoeft zo niet te gaan.

Net zoals angst is liefde altijd een optie.
En dat is iets dat we wel eens durven vergeten.
Wij zijn geen willoze slachtoffers van de omstandigheden in de wereld.
Wij kunnen ervoor kiezen om liefde te ervaren in plaats van angst (en meteen ook een pak beter te slapen 😉)

Welke keuze wil ik maken?

Les 135 is één van de langste Werkboeklessen in Een Cursus in Wonderen.
De titel luidt:

“Als ik me verdedig, word ik aangevallen” (WdI.135.t)

Even verder lezen we een heel toepasselijke referentie naar de Russische dictator Poetin:

“Je gaat te werk vanuit het geloof dat jij jezelf moet beschermen tegen wat er gebeurt omdat dat zeker zal bevatten wat jou bedreigt. Een gevoel van bedreiging is de erkenning van een ingewortelde zwakheid, een geloof dat er een gevaar bestaat dat de macht heeft jou aan te zetten tot een gepaste verdediging.  De wereld is op dit waanzinnige geloof gebaseerd.  En al haar structuren, al haar gedachten en twijfels, haar straffen en zware bewapening, haar wettelijke bepalingen en voorschriften, haar gedragsnormen en haar leiders en haar goden, allemaal dienen ze o`m haar gevoel van bedreiging in stand te houden.”
(WdI.135.2:1-4)

Een ‘gevoel van bedreiging’ hangt de laatste tijd bijna tastbaar in de lucht.
Toch hoeven we daar niet aan toe te geven.
De Cursus noemt ons gevoel van zwakheid zelfs ‘waanzinnig’.

Waarom?

In werkelijkheid zijn wij geen lichamen die verdediging nodig hebben.
Ons ware Zelf is voor altijd veilig en geborgen in God.

Wanneer wij bang zijn en ons willen verdedigen is dat altijd omdat wij ons identificeren met ons lichaam in plaats van met ons werkelijke Zelf. Wij hebben maw. een nachtmerrie, maar gelukkig is die niet echt.

In de praktijk

Hoe kunnen wij hier nu mee aan de slag gaan wanneer we ons angstig voelen?
De Cursus geeft ons een heel radicaal zinnetje om mee te werken, en dat luidt:

“In mijn verdedigingsloosheid ligt mijn veiligheid.”(WdI.153.t)

In dit ene zinnetje ligt onze verlossing van angst.
Wanneer wij bereid zijn om te stoppen met het plannen voor de toekomst en wanneer wij stoppen met ons te verdedigen, dan kunnen wij eindelijk ervaren wie we in werkelijkheid ZIJN.

In de praktijk betekent dit dat we in onszelf de BEREIDHEID moeten vinden om te stoppen met plannen maken.

We hoeven daarom geen perfect vertrouwen te hebben dat alles in orde komt, maar we moeten wel radicaal durven onze verdedigingen te lossen.
Wij moeten WILLEN loslaten.
We moeten WILLEN voor liefde kiezen.
We moeten WILLEN vertrouwen op een kracht die groter is dan die van ons kleine ego-zelf.

Onze bereidheid is onze redding.


Een klein beetje bereidheid zet de deur al op een kier voor de verlossing van angst.

Tegelijk bidden wij tot de Heillige Geest:

“Gebruik deze situatie die mij angstig maakt om mij te helpen herinneren wie ik in werkelijkheid echt ben.
Help mij om dit anders te zien.”

Met deze woorden nodigen wij de Heilige Geest uit om ons Zijn wijsheid te schenken en de ervaring van Liefde.
En die uitnodiging zal niet onbeantwoord blijven.

In elke situatie en op elk moment van de dag kunnen wij de woorden uit Werkboekles 135 herhalen als een mantra:
“In mijn verdedigingsloosheid ligt mijn veiligheid.” (WdI.135)

Zo raken wij doordrongen van het feit dat wij niet zelf voor onze veiligheid moeten zorgen:

“We herinneren onszelf eraan dat Hij heel de dag door aan onze zijde blijft en onze zwakheid nooit zonder de steun laat van Zijn kracht. We doen een beroep op Zijn kracht, telkens wanneer we voelen dat de dreiging van onze verdedigingen onze doelgerichtheid ondermijnt. We houden een ogenblik stil, terwijl Hij ons laat weten: ‘Ik ben hier.’ “ (WdI.153.19:4-6)

Ik heb zelf in mijn eigen leven al de allermooiste dingen meegemaakt wanneer ik stopte met mij te verdedigen.
Zaken waar ik jarenlang mee worstelde werden op 24u tijd opgelost.

Hoe meer ik de bereidheid oefen om mijn eigen verdedigingen op te geven, hoe meer wonderen ik in mijn leven ervaar.

En geen enkele dictator kan daar iets aan veranderen.

Mislukking maar geen mislukkeling

Mislukking maar geen mislukkeling

Het project waar ik al maanden aan werkte is mislukt.
In het Engels zouden we zeggen: een #epicfailure 🙈.
Geen van de doelen die ik voor mezelf gesteld had werden gehaald.

Ik had er nochtans veel tijd, liefde en kennis ingestoken.
En toch ging het keihard mis.
Dat kwam hard binnen.
Ik voelde mij een mislukkeling, en ik voelde ook verdriet.

Nochtans is zelfs wat mislukt een kans om meer liefde te ervaren:

“Alles is een les die God me graag ziet leren” (WdI.193.t)

Maar wat bedoelt Een Cursus in Wonderen hiermee?
Heeft God dit met opzet laten mislukken?

Natuurlijk niet.
Maar de verschillende elementen van de situatie bieden me elk afzonderlijk wel een kans om te vergeven, en zo meer liefde te voelen.

Ik ben waardevol


Een Cursus in Wonderen herinnert ons eraan dat onze waarde niet afhankelijk is van wat we zeggen, doen, of bereiken:

“Jouw waarde wordt niet bepaald door te onderwijzen of te leren. Jouw waarde wordt bepaald door God.” (T4.I.7:1-2)
En wat verder:
“Nogmaals: niets wat jij doet of denkt of wenst of maakt is nodig om jouw waarde te bepalen.” (T4.I.7:6)

Wanneer ik verdriet voel omdat ik in mijn ogen gefaald heb, dan is dat altijd omdat ik mijn werkelijke waarde vergeten ben.

“Hoor dan het enige antwoord van de Heilige Geest op alle vragen die het ego opwerpt: jij bent een kind van God, een onschatbaar deel van Zijn Koninkrijk, dat Hij geschapen heeft als deel van Hem. Niets anders bestaat en alleen dit is werkelijk.” (T6.IV.6:1-2)

Met dit in gedachten voel ik mij al een beetje getroost.
Het is zo fijn om te lezen hoe waardevol ik ben.
Maar hoe kan ik mijn eigenwaarde (mijn eigen waarde) nu ook werkelijk ERVAREN?

Dat kan door de situatie over te dragen aan de Heilige Geest, mijn innerlijke gids.
Hij kan mij helpen om mij te herinneren wat ik in waarheid ben: pure liefde.
Ik bid: “Help mij om deze situatie anders te zien.”

Daarnaast ga ik aan de slag met mijn emoties.
Een handige tool daarvoor is het ‘levels of mind’ diagram van David Hoffmeister. (levelsofmind.com)

Wanneer ik het diagram gebruik ontdek ik dat mijn verdriet veroorzaakt wordt een diepe, onbewuste overtuiging:
Het geloof dat ik schuldig ben omdat ik gefaald heb en het geloof dat ik waardeloos ben.

Deze overtuigingen vormen een onbewuste blokkade voor het ervaren van liefde.
Niet alleen in deze situatie, maar op alle momenten van de dag.
Dankzij de analyse van mijn emoties komen deze onderliggende foute overtuigingen aan het licht, en kan ik ze laten helen door het licht.

De Cursus zegt:
“Wanneer je bedroefd bent, weet dan: dit hoeft niet zo te zijn. Depressiviteit ontstaat uit een gevoel beroofd te zijn van iets wat je wilt en niet hebt. Bedenk dat je van niets beroofd bent, behalve wanneer jijzelf daartoe besluit, en neem dan een ander besluit.” (T4.IV.3:1-3)

Door op de bovenstaande manier aan de slag te gaan met mijn schijnbare mislukking, ‘zuivert’ de Heilige Geest de situatie. Enkel de liefde die erachter zit, blijft dan nog over.

Niets gaat verloren

Maar wat dan met al die liefde die ik oprecht in dit project gestoken heb? Is die liefde dan verloren?
Nee.

Jezus troost ons:
“Niets gaat ooit verloren behalve de tijd, en die heeft uiteindelijk geen betekenis.” (T26.V.2:1)

Bovendien kan ik zelf onmogelijk weten wat een succes is, en wat niet:
“Sommige van je grootste vorderingen heb jij als mislukking aangemerkt, terwijl je sommige van je diepste inzinkingen als succes hebt bestempeld.” (T18.V.1:6)

Zoek niet buiten jezelf

Zo mogelijk de belangrijkste les die elke mislukking in zich meedraagt is volgens de Cursus ongetwijfeld de volgende:

Zoek niet buiten jezelf. Want dat is tot mislukken gedoemd, en je zult tranen storten elke keer dat een afgod valt. De Hemel kan niet worden gevonden waar hij niet is, en nergens anders kan er vrede zijn. Geen enkele afgod die jij aanbidt wanneer God roept, zal ooit in Zijn plaats antwoorden. Geen enkel ander antwoord dat jij daarvoor in de plaats kunt stellen doet jou het geluk vinden dat Zijn antwoord brengt. (T29.VII.1:1-5)

Wat een vergissing was het om mijn geluk afhankelijk te stellen van het slagen van mijn project.
Ik heb maw. ‘buiten mezelf gezocht’ naar wat mij moest gelukkig maken. Mijn project is een ‘afgod’ geworden.
Maar het is zinloos om ons geluk te laten afhangen van succes in de wereld. Echt geluk komt enkel door de ervaring van wie we ZIJN.

Niemand komt hier zonder nog hoop, een of andere langslepende illusie, of een droom te hebben dat er buiten hem iets is wat hem geluk en vrede brengen zal. Als alles in hem is, kan dit niet het geval zijn.  En zodoende ontkent hij door zijn komst de waarheid omtrent zichzelf, en zoekt hij naar iets wat méér is dan alles, alsof een deel daarvan werd afgezonderd en gevonden kan worden waar heel de rest niet is.  Dit is het doel dat hij het lichaam verleent: dat het zoekt wat hem ontbreekt, en hem geeft wat hemzelf compleet zou maken.  En zo doolt hij doelloos rond, op zoek naar iets wat hij niet vinden kan, en gelovend dat hij is wat hij niet is.
(T29.VII.2:1-5)

Voel jij je soms een mislukkeling of is er in jouw leven recent iets mislukt?

Wees dan zacht voor jezelf.
Ook jij, beste lezer, bent oneindig waardevol.
Laat jouw grote mislukking een groot succes worden, doordat ze je dichter bij de liefde brengt die in je is en altijd bij je is, ongeacht je omstandigheden. Laat deze schijnbare tegenslag jou leren dat je liefde bent, en dat je recht hebt op alles. Niet omwille van wat je doet, maar omwille van wie jij bent.

Wanneer wij ons vereenzelvigen met onze Bron en ons herinneren wie we zijn, dan maakt het niet uit of we al dan niet succesvol zijn in de ogen van de wereld. We realiseren ons dan dat wij al alles hebben wat we ooit zouden kunnen wensen.

Uiteindelijk komt het vergeven van onze schijnbare mislukking neer op de beslissing om ons te vereenzelvigen met iets dat groter is dan ons ego: ons onveranderlijke zelf dat voor altijd veilig is in de eeuwigheid.

Tom

Hoge Energieprijzen

Hoge Energieprijzen

Hoe Een Cursus in Wonderen ons helpt met de hoge energieprijzen

Het leven rond ons wordt duurder. De prijzen in de supermarkt stijgen en energie wordt voor sommigen stilaan onbetaalbaar. Een mens zou voor minder een gevoel van angst en schaarste krijgen.

De controlefreak in mij gaat dan meteen op zoek naar oplossingen.

Ik wil zo snel mogelijk actie ondernemen om meer overvloed in mijn leven te brengen: van energieleverancier veranderen, misschien toch nog snel zonnepanelen plaatsen, ander werk zoeken, besparen…

Nochtans nodigt Een Cursus in Wonderen ons uit om niet naar oplossingen in de wereld te zoeken, maar eerst onze gedachten over de wereld te veranderen:

“Zoek niet buiten jezelf. Want dat is tot mislukken gedoemd, en je zult tranen storten elke keer dat een afgod valt. De hemel kan niet worden gevonden waar hij niet is, en nergens anders kan er vrede zijn.” (T29.VII.1:1-2)

De Cursus bedoelt hiermee dat geluk nooit buiten onszelf te vinden is, maar binnen in ons ligt. Even daarvoor in de Cursus lezen we hoopvol:

“Deze wereld zal je voeten binden, je handen boeien en je lichaam doden, maar alleen als jij denkt dat ze gemaakt werd om de Zoon Van God te kruisigen. Want ook al was het een droom van de dood, dan nog hoef jij niet toe te laten dat het dit ook voor jou behelst. Laat toe dat dit verandert, en er is niets ter wereld of het moet eveneens veranderen.”  (T29.VII.1:1-2)

Willen wij in deze onzekere tijden vrede ervaren, dan zullen we dus volgens Jezus eerst onze gedachten moeten helen. Daarna zal de wereld deze geheelde gedachten weerspiegelen.

Dat klinkt natuurlijk mooi op papier, maar koop je er ook iets mee? Alle mooie woorden ten spijt wil ik natuurlijk wel mijn huis kunnen blijven verwarmen, en mijn rekeningen blijven betalen.

Gelukkig is Een Cursus in Wonderen wel degelijk een heel praktische Cursus. Jezus zegt:

“Dit is geen cursus in het spelen met ideeën, maar in de praktische toepassing ervan. Niets kan specifieker zijn dan dat jou wordt gezegd dat je zult ontvangen als je vraagt. De Heilige Geest zal ieder specifiek probleem beantwoorden, zolang jij gelooft dat problemen specifiek zijn. Zijn antwoord is zowel veelvoudig als een, zolang jij gelooft dat het ene veelvoudig is.” (T11.VIII.5:3-6). 

Oef…Maar hoe brengen we dit nu in de praktijk?

In plaats van plannen te maken vanuit ons gevoel van angst en schaarste, plaatsen we onze denkgeest EERST onder de bescherming van de Heilige Geest. Hiervan maken we onze hoogste prioriteit. We doen dit door onze zorgen bewust over te dragen aan de Heilige Geest, en de vorm van het antwoord volledig los te laten. We bidden bijvoorbeeld: “toon mij hoe ik dit anders kan zien” of “toon mij waar deze situatie werkelijk voor dient”.

Daarna, eens we ons weer vredevol voelen, kunnen we vol vertrouwen de praktische plannen uitvoeren die onze innerlijke Gids voor ons in gedachten heeft.

De leiding die we ontvangen is voor ieder van ons hoogstpersoonlijk, maar ze dient altijd hetzelfde doel: meer liefde in ons leven ervaren, en ons helpen herinneren wie wij in werkelijkheid zijn.

Werkboekles 24 leert ons:

“Ik zie niet wat mijn hoogste belang is.” (WdI.24.t)

Onze redding op weg naar overvloed ligt er nu net in dat wij ontslag nemen als onze eigen beslissingsnemer. We hebben te lang naar de leiding van het ego geluisterd, en net dat heeft ons in deze angstige situatie gebracht. Wanneer wij al onze bereidheid erop richten om vrede te vinden in het huidige ogenblik en daarbij onze financiële zorgen even aan de kant schuiven, dan kunnen we ons opnieuw openstellen voor de enige juiste leiding, nl. die van de Heilige Geest.

In Werkboekles 135 lezen we het als volgt:

“Een genezen denkgeest maak geen plannen. Hij voert de plannen uit die hij ontvangt door te luisteren naar wijsheid die niet van hemzelf is. Hij wacht totdat hem instructies worden gegeven over wat er moet worden gedaan en gaat dat dan doen. “ (WdI.135.11:1-3)

Tot slot kan ook de gedachte van Werkboekles 194 ons helpen:

“Ik leg de toekomst in Gods Handen” (WdI.194.t)

Deze gedachte is de echte sleutel tot de ervaring van overvloed.

Wanneer wij bereid zijn om elke dag opnieuw het plannen voor de toekomst los te laten, dan kunnen wij in het ‘nu’ de leiding ontvangen die we nodig hebben… Dan zullen we ons herinneren dat wij in werkelijkheid al heel zijn en in waarheid nooit iets te kort kunnen komen, of hoeven te komen.

En de wereld rondom ons, zal daar dan van getuigen.

In de praktijk

Wat kunnen wij ondertussen heel concreet doen om ons ego te kalmeren wanneer het wild op zoek gaat naar oplossingen buiten onszelf? Wat kunnen wij doen om onze denkgeest tot rust te laten komen wanneer die bang is en per sé oplossingen wil zoeken in de wereld.

Het antwoord is “bereidheid”…

Bereidheid om ons eigen oordeel over de situatie op te geven, en eerst onze gedachten te laten helen door de Heilige Geest.

Dat is meteen dus ook één van de belangrijkste punten waar de Cursus keer op keer op hamert… Het moeilijkste aan het genezen van onze denkgeest is om de bereidheid op te brengen om te luisteren naar de Heilige Geest. De bereidheid om te willen gelukkig zijn in plaats van gelijk te hebben. De bereidheid om te willen rusten in God en zijn Stem te laten spreken, eerder dan “druk, druk, druk” rond te rennen op zoek naar oplossingen.

Daar ga ik dus vandaag alvast aan werken… Aan mijn bereidheid om mijn gedachten over de wereld, mijn situatie en mijzelf te veranderen. Ik hoef zelf eigenlijk verder niks te doen, behalve bereid te zijn! Dankzij mijn bereidheid kan de Heilige Geest mijn schaarste gedachten helen en mij een andere kijk op de situatie bieden.

Ik troost me met de gedachte dat die bereidwilligheid niet perfect hoeft te zijn:

“Jouw bereidwilligheid hoeft niet volmaakt te zijn, want de Zijne is dat. Als je Hem slechts een beetje ruimte geeft, zal Hij die zozeer verlichten dat je die van harte groter zult laten worden. En door die groei zul jij je de schepping beginnen te herinneren.” (T11.II.6:6-8)

Zo wordt heel die energiecrisis, toch ook weer een les in liefde

Tom